Die jongetjes komen elkaar tegen en beginnen over hun moeder te praten.
Het eerste jongetje zegt: "Mijn moeder is net een sportwagen. Ze is mooi en elegant."
Het tweede jongetje zegt: "Mijn moeder is net een jeep. Ze is sterk, stoer en snel."
Het derde jongetje zegt: "Mijn moeder is net een ziekenwagen. Ze zegt altijd: 'dooee-diiit dooee daaat'."