Dorst

De juf vraagt aan haar kinderen om een opstel van honderd woorden te schrijven over huin lievelingsdier. Floor heeft geen inspiratie en bregint toch maar te schrijven: 'Vorige week is mijn kat weggelopen en mijn ouders hebben de hele nacht geroepen: ' Poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, ...

Piet, Jan en Leo zijn door een schipbreuk gestrand op een onbewoond eiland, ergens midden in de oceaan. Op een dag komt er een zeemeermin langsgezwommen. Ze spreekt de mannen aan: ‘Hallo mannen, Jullie mogen alle drie één wens doen, die ik uit laat komen.’ De mannen denken na, waarna Piet als eerste zijn wens doet: ‘Ik wens weer terug te zijn bij mijn vrouw in mijn villa.’ Hij heeft nog maar net de zin uitgesproken of hij is al weg. Jan weet ook al wat hij wil wensen: ‘Ik wens dat ik terug ben op mijn boerderij.’ Niet veel later is ook Jan verdwenen. Leo denkt nog even na. Uiteindelijk zegt Leo: ‘Weet je, het is hier toch wel saai zonder Piet en Jan. Ik wou dat ze terug waren.’ En hup, het trio zit weer op het eiland!

Een man stapt in de bus, maar vraagt enkel maar een ticketje voor zichzelf.

'Ben jij nog geen vijf jaar?' vraagt de buschauffeur aan het meisje.

'Nee, vier!'

'Wanner wordt jij vijf?'

'Als ik van de bus stap, meneer!'

Wat is voor apen de favoriete maand van het jaar?

Het sneeuwt in het park en na school gaan alle kinderen op het heuveltje in het park sleeën. Als Jantje wil gaan sleeën, vraagt Keesje: 'Mag ik meedoen?' Zegt Jantje: 'Ja is goed! Doen we om de beurt, jij neemt hem mee naar boven en ik naar beneden.'