Moeder: ' Rietje, als je drie appels hebt en ik geef je er nog drie bij, hoeveel heb je er dan?'
Rietje: 'Dat weet ik niet moeder.'
Moeder: 'Hoe komt dat, dat is toch niet zo moeilijk?'
'Nee moeder, maar op school tellen we met peren!'
Moeder: ' Rietje, als je drie appels hebt en ik geef je er nog drie bij, hoeveel heb je er dan?'
Rietje: 'Dat weet ik niet moeder.'
Moeder: 'Hoe komt dat, dat is toch niet zo moeilijk?'
'Nee moeder, maar op school tellen we met peren!'
Henkie komt de winkel binnen en vraagt: ‘Wat kosten die kauwgomballen, meneer?’ Winkelier: ‘Zes ballen voor vijf cent.’ Henkie: ‘Oh, dat is dan vijf ballen voor vier cent, vier ballen voor drie cent, drie ballen voor twee cent, twee ballen voor één cent en één bal voor niks!’ En hij pakt een kauwgombal en loopt de winkel uit.
Jantje vraagt 5 euro aan zijn vader, maar zijn vader geeft hem niets.
'Vader', zegt Jantje, 'als je mij vijf euro geeft, dan vertel ik wat mama vandemorgen bij de bakker zei.'
Vader pakt zijn portemonnee en geeft Jantje vijf euro.
'Wat zei mama dan tegen de bakker?' vraagt vader.
'Twee witte broden en een rozijnenbrood', antwoordt Jantje.
Jantje komt bij de dokter. Zijn moeder schreef een briefje waarop staat dat hij niet kan praten. De dokter leest het briefje en zegt Jantje: 'Jantje, leg je hand op de tafel.'
De dokter pakt een hamer en slaat op de hand van Jantje.
Jantje brult van de pijn:' AAAAA'
Waarop de dokter zegt: ' Goed zo Jantje, morgen leren we de B.'