Vriendin: “Het spijt me, schat, maar ik heb je bedrogen.”
Vriend: “Het spijt me ook, ik heb je ook bedrogen.”
Vriendin: “1 april!”
Vriend: “Bij mij was het op 24 maart.”
Vriendin: “Het spijt me, schat, maar ik heb je bedrogen.”
Vriend: “Het spijt me ook, ik heb je ook bedrogen.”
Vriendin: “1 april!”
Vriend: “Bij mij was het op 24 maart.”
'Eet uw hond goed, mevrouw?'
'Ik heb het nooit geprobeerd, dokter. Ik geef hem altijd hapklare brokken.'
'Wie het antwoord weet op de volgende vraag, mag naar huis', zegt de onderwijzer.
Leo laat een luide boer.
'Wie deed dat?' vraagt de leerkracht.
Zegt Leo: 'Ik, meester. Mag ik nu naar huis?'
Zegt de ene aap: 'Lekker windje hé.'
Zegt de andere aap: 'Zal ik er nog eentje laten?'