Een ijsverkoper is bezig in de stad Parijs ijs aan huis te bestellen. Nadat hij de laatste klant bevoorraad heeft constateert hij tot zijn ontsteltenis dat zijn cremekarreke verdwenen is. Ten einde raad besluit hij dan maar om in het dichtsbijzijnde hotel overnachting te zoeken. Daar aangekomen is er echter een klein probleempje. De enige kamer die nog vrij is zal na middernacht ingenomen worden door een jong koppeltje, dus moet hij maken dat de kamer tegen dan vrij is. Jammer genoeg valt de ijsverkoper in een diepe slaap en wordt pas wakker op het moment dat hij aan de deur hoort friemelen. Niet te verletten duikt hij weg onder het bed en het koppeltje komt binnen - het meisje gekleed in een wel erg kort rokje en zonder slipje- Zij loopt naar het raam en buigt zich voorover om naar buiten te kijken. De vriend krijgt natuurlijk een mooi uitzicht en roept: "Wauw, ik zie heel Parijs!" Waarop de ijsverkoper vanonder het bed springt en vraagt:" Zie je nergens mijn cremekarrekje?"
Nog 5 willekeurige moppen
Flik-flak
Een man komt in de bar.
Hijn doet een flik-flak.
Hij maakt eéen salto.
En komt neer op een kruk.
Zegt de barman: ' Dat is knap!'
Zegt de man: 'Ik doe aan turnen.'
Na een uur komt er weer een man binnen.
Hij doet de koprol.
Hij maakt een salto.
Hij komt neer op een kruk.
Zegt de barman: ' Jij doet zeker ook aan turnen?'
Zegt de man: ' Nee, ik viel over de deurmat.'
Twee augurken zitten in een pot
Twee augurken zitten in een pot. Zegt de ene augurk tegen de andere: 'Nu wil ik bij het raam zitten!'
Twee jongens
Twee jongens zijn erg vervelend tijdens de les. De meester heeft er schoon genoeg van en geeft hun strafwerk.
'Schrijf maar 500 keer de naam van je geboorteplaats op het bord!'
De ene jongen begint te schrijven, maar de andere barst in tranen uit.
'Dat is gemeen!' roept hij huilend. 'Hij is in Gent geboren en ik in Nederoverheembeek!'
Twee vragen
Jantje zit in de klas. De juf zegt: ‘Ik ga jullie twee vragen stellen. Wie de eerste goed heeft, hoeft de tweede niet te beantwoorden. Oké, daar komt-ie: Hoeveel haren heeft een koe?’ Het wordt stil in de klas en Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vierduizendnegenhonderddrieënzeventig, juf.’ De juffrouw vraagt: ‘Hoe weet jij dat zo precies, Jantje?’ ‘Jaaaaa,’ zegt Jantje, ‘dat is de tweede vraag en die hoef ik niet te beantwoorden!’
Stotteren
Twee collega's halen elkaar elke dag op. Degene die opgehaald wordt stottert. Elke dag komen ze ook weer langs een kruising. De collega die stottert kijkt altijd naar rechts en zegt:
"V...v....v...vrij."
Op een dag komen ze weer bij de kruising. Dan begint de stotteraar:
"V...v..v...v."
De collega achter het stuur begint te rijden, en ploft met zijn gezicht in een airbag.
"V...vrachtwagen."