Leentje bij de psychiater: 'Dokter, mijn man denkt dat hij een verkeerslicht is.'
Dokter: 'Laten we eens kijken wat we daar aan kunnen doen. Breng hem maar naar binnen.'
Leentje: 'Even geduld dokter, hij staat nog op rood.'
Leentje bij de psychiater: 'Dokter, mijn man denkt dat hij een verkeerslicht is.'
Dokter: 'Laten we eens kijken wat we daar aan kunnen doen. Breng hem maar naar binnen.'
Leentje: 'Even geduld dokter, hij staat nog op rood.'
Meester; ' wat was het eerste dat koning Arthur deed toen hij de troon besteeg?'
Jantje: ' Gaan zitten, meester!'
Jantje gaat bij oma en opa logeren. Jantje zegt: 'Oma, ik moet piesen.' Oma zegt: 'Bah wat een vies woord, zeg maar fluiten.' Even later gaan ze slapen. Jantje krijgt een nachtmerrie en mag bij oma en opa in bed slapen. Jantje zegt: 'Opa, ik moet fluiten.' Opa zegt: 'Jantje, je kunt toch niet zomaar midden in de nacht fluiten.' Jantje zegt: 'Maar ik moet echt!' Opa zegt: 'Ach, doe het dan maar heel zachtjes in mijn oor.'