Er spoelt een man aan op een eiland, hij zit er al een dag of drie, maar op dat eiland is helemaal niks, alleen maar zand. Hij heeft op een gegeven moment honger en dorst, hij kijkt naast zich en zit 15 meter verderop nog een eiland met een palmboom met kokosnoten en een bananenboom. Tussen de eilanden zwemmen allemaal bloeddorstige haaien. Hoe komt de man op dat andere eiland?
'Deze schroothoop kun je toch geen auto noemen', windt de politieman zich tijdens de verkeerscontrole op. Antwoordt de eigenaar van het rijdende wrak: 'Inderdaad niet, vandaar dat ik ook geen rijbewijs heb!'
Twee mannen staan voor het verkeerslicht. Plots roept de ene: "Het is groen!" Waarop de andere zegt: "Een kikker!"
Jantjes vader is bijna jarig. ‘Mam,’ zegt hij, ‘ik heb zo veel cadeautjes voor papa gekocht dat hij ze niet eens allemaal tegelijk kan dragen!’ ‘Oh, wat heb je dan gekocht?’ vraagt zijn moeder. Antwoordt Jantje: ‘Twee stropdassen!’
Het is een hete zomerdag geweest en net als mama haar kind in bed wil stoppen breekt een hevig onweer uit. De kleine jongen is doodsbang en met een trillende stem vraagt hij: 'Mama, wil je bij mij slapen vannacht?' Moeder geeft haar zoontje een flinke knuffel en zegt: 'Dat kan niet, ik moet bij papa slapen.' Het jongetje is even stil en zegt dan: 'Wat een grote bangerik is hij toch, hè?'
Wanneer breek je sneller een been? Wanneer je van een trap valt of wanneer je van een toren valt?