Jut en Jul zitten in een boot.
De boot zinkt.
'Help!' roept Jut
'Help! help!'
Zegt Jul:
'We jkunnen beter samen roepen!'
Roept Jut:
'Samen! Samen!!'
Jut en Jul zitten in een boot.
De boot zinkt.
'Help!' roept Jut
'Help! help!'
Zegt Jul:
'We jkunnen beter samen roepen!'
Roept Jut:
'Samen! Samen!!'
Twee jagers lopen in het bos. Een van de twee zakt plots in elkaar en blijft roerloos liggen. Hij lijkt niet meer te ademen en zijn ogen staan dof. De andere man pakt zijn gsm en belt in paniek naar de hulpdiensten: "Mijn vriend is dood", stamelt hij. "Wat moet ik doen?" - "Rustig blijven, ik zal je helpen", antwoordt een kalme stem aan de andere kant van de lijn. "Eerst moeten we zeker weten dat hij dood is." Volgt een korte stilte, dan een geweerschot. "Oké", zegt de jager. "En wat nu?
Een moeder is met haar dochtertje op bezoek bij een dame die zopas een baby heeft gekregen.
'Kijk eens, liefje, wat een mooie ogen die baby heeft!' zegt de moeder.
'Dat is niet moeilijk,' antwoordt het dochtertje, 'ze zijn nieuw.'
Jantje, Daantje en Lukje zijn op school.
De meester vraagt: 'Hoeveel is drie maal drie?'
Daantje antwoordt;' 14.589.'
'Fout', zegt de meester.
Luukje probeert ook eens: 'Vrijdag.'
Dan probeert Jantje: 'Negen.'
'Juist!' zegt de meester. 'En hoe ben je op dat getal gekomen?'
'Heel simpel', zegt Jantje, ' Ik heb 14.589 gedeeld door vrijdag!'