Grammatica fout

Opa gaat paardrijden en krijgt voor de eerste keer les.

De leraar zegt: 'Ga maar op het paard zitten.'

Opa gaat omgekeerd op het paard zitten.

'U zit er verkeerd op meneer.'

Zegt opa: 'Ik bepaal toch zelf welke kant ik op ga!'

Guus laat zich met een taxi thuisbrengen. 'Dat is dan veertien euro, zegt de taxichauffeur.' 'Oh,' antwoordt Guus, 'Kun je dan een stukje achteruit rijden. Ik heb maar twaalf euro bij me!'

Op een nacht zitten er twee vampieren in een park. Zegt de ene tegen de andere: "Ik heb honger, ik ga wat bloed zuigen."

Twee minuten later komt hij terug met bloed om zijn mond. Vraagt de ander: "Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?"

"Zie je daar die lantaarnpaal staan?"

"Ik zag die dus niet."

Twee augurken zitten in een pot. Zegt de ene augurk tegen de andere: 'Nu wil ik bij het raam zitten!'

Een muis en een olifant lopen door de woestijn. Zegt de olifant: 'Poeh, wat is het heet hier!' Zegt de muis: 'Je mag wel in mijn schaduw lopen, hoor!'