Tijdens de geschiedenisles vraagt de meester:
'Wie kan me vertellen wie Columbus was?'
'Dat was een vogel, meester', weet Marie.
'Wie kom je daar nu bij mij? vraaft de meester verbaasd.
Marie: 'Iedereen heeft het toch altijd over het ei van Columbus?'
Ik rij in mijn auto. Op een boeren landweg staat er midden op de weg een berg stenen meteen zwaailicht. Ik vraag aan een Boer, 'waarom staat dat zwaailicht op die berg stenen?'Zegt die boer: 'anders rijden de auto's tegen de berg stenen.' Vraag ik: 'waarom staat die berg stenen dan op de weg?' Zegt die boer: 'om het zwaailicht op te zetten.'
De meester vraagt zijn leerlingen een zin te bedenken waar het woord Ventilator in voorkomt. Wim: 'Het is warm in de klas, de meester zet de ventilator aan'. Henk: 'De slager zet in de zomer de ventilator aan anders bederft het vlees'. Jantje ( heel lang nadenkend) 'Als je vroeg in de bioscoop bent, heb je een betere plaats dan de VENTDIELATER komt '.
Drie mannen gaan allemaal op een heel rare plek slapen. De eerste man slaapt op een bed met rode mieren. De tweede man slaapt op een bed gemaakt van schroeven en de derde man in een kamer met veel muggen. De volgende ochtend vraagt de man die op het bed met rode mieren heeft geslapen: 'Hebben jullie lekker geslapen?' 'Nee, jij wel?' 'Ja', zegt de man. 'Weet je waarom? Ik sloeg een mier dood en de andere gingen naar zijn begrafenis!'
In het zottekot te Geel werd op een dag een nieuwe zot binnen gebracht.
's Avonds komt de verpleegster binnen en ziet al de zotten daar met een gebroken been, neus en arm liggen. De verpleegster vraagt: "Wat is hier gebeurd?"
En een van de zotten antwoord: "Die nieuwe zot tekende een lijn op de muur en wij moesten daarover springen."