Janna zit op de fiets en plotseling wordt ze aangehouden door een agent. ‘U heeft geen licht, de remmen zijn stuk en er zit geen spatbord op uw fiets. Dat gaat u vijftig euro kosten!’ ‘Dat is goed’, zegt Janna. ‘Maar dan moet hij wel morgen klaar zijn!’
Jan zit in de klas.
'Kijk juf daar zit een weps!.
'Nee jan', zegt de juf 'dat is geen weps. Dat is een wesp!'
'Hoe weet u dat, juf?' vraagt Jan.
'Neem dat maar van mij aan.'
'Nou,' zegt Jan 'Dan zal het wel een wesp zijn. Maar hij lijkt wel verdacht op een weps!'
De vakantie is begonnen en de kinderen hebben allemaal hun rapport mee naar huis genomen. 'Waar is jouw rapport? vraagt Simons moeder.
'Ik heb het aan Arthur gegeven. Hij vroeg of hij het eens mee naar huis mocht nemen, zodat hij zijn ouders eens flink kan laten schrikken!'
Jantje vraagt aan zijn moeder een stuk chocolade.
'Maar Jantje, ik heb je zojuist een groot stuk gegeven' antwoordt mama.
Jantje: ' Dat is waar mama, maar ik wilde een klein stuk.'
Jantje komt thuis en zegt tegen zijn vader: 'Pa, later wil ik rijk worden. Dan wil ik een groot huis zonder badkamer en elf bedienden en veel eten natuurlijk.'