Een jongen plaatst zijn fiets tegen een boom. Een agent komt naar hem toe en zegt hem: 'Hier mag je je fiets niet zetten, jongen, want straks komt de koningin hier voorbij.'
'Dat geeft niet meneer! Mijn fiets staat goed op slot!'
- 8 weergaves
Een jongen plaatst zijn fiets tegen een boom. Een agent komt naar hem toe en zegt hem: 'Hier mag je je fiets niet zetten, jongen, want straks komt de koningin hier voorbij.'
'Dat geeft niet meneer! Mijn fiets staat goed op slot!'
Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: "Raad eens hoe oud ik geworden ben." Zegt Jantje: 58. Mis. Zegt Marietje: 49. Ook mis. Zegt Pietje: 35. Weer mis. Komt Richie. "Meester, u bent 42 geworden." "Goed zo, m'n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?" "Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da's een halve idioot."
Sander maakt elke dan een wandelingetje met zijn nieuwe hondje. Op een dag zegt een mijnheer tegen hem: ' Wat een mooie hond is dat. Heeft hij ook een standboom?'
'Nee', antwoordt Sander, 'hij plast tegen alle bomen.'
Jantje: ' Dokter, ik heb mijn potlood ingeslikt!'
Dokter: ' Dan zul je voortaan met een pen moeten schrijven, Jantje.'
Jantje komt thuis en begint te lachen.
Vraagt zijn vader: "Waarom lach je?"
Waarop Jantje zegt: "Ik moet 500 keer schrijven 'Ik ben een ezel'."
Vader: "Wat is daar zo grappig aan?"
Jantje: "Jij moet het blad ondertekenen!"