Ik was zaterdag bij de tennisclub komt er ineens een man binnen met een hond zonder pootjes. Hij legt de hond op tafel en gaat zitten. Ik zeg tegen die man: “wat zielig voor die hond, hoe komt dat zo” Waarop die man zegt: “zo is hij geboren”. Ik zeg: “hoe heet je hond eigenlijk”. Hij zegt: “hij heeft geen naam”. Ik zeg: “geen naam, waarom geen naam”. Waarop hij zegt: “als ik hem roep, komt hij toch niet”.
Mevrouw de Haan doet de deur open nadat er gebeld is, en ziet een vreemde man staan meteen koffertje in zijn hand. 'U wenst?' vraagt ze. 'Ik kom de piano stemmen, mevrouw.''Maar ik heb u niet besteld!' 'U niet mevrouw, maar de buren wel.'
Er ligt een koe dood in de wei en een paard draaft er om heen. Wat klopt er niet?
Krantenjongen: ' Grote oplichterij: 82 slachtoffers!'
Klant: 'Daar wil ik het fijne van weten. Ik koop een krant.'
Krantenjongen: ' Grote oplichterij: 83 slachtoffers!'
Roosje, een zeer knap meisje, gaat voor het eerst naar haar nieuwe school en wordt door de juffrouw aan de klas voorgesteld. 'Kinderen, dit is Roosje en ze komt bij ons in de klas'. Na haar korte betoog vraagt juffrouw: 'Waar mag Roosje naast zitten?' Waarop een zeer lelijk jongetje zegt: 'Naast mij'. De juffrouw vind het goed en Roosje gaat naast de jongen zitten. De jongen vraagt aan Roosje: 'Waarom hebben jouw ouders jouw roosje genoemd?', waarop Roosje antwoord: 'Toen ik geboren werd viel er een rozenblaadje op mijn hoofdje.' Roosje aan de jongen: 'Hoe heet jij dan?' Waarop de jongen antwoord: 'Dan heet ik koelkast.'
'In welke streken vind je nog menseneters?' vraagt de onderwijzer.
'Aan de kust meneer', beweert Marie.
'Hoe kom je daar nu bij?' vraagt de onderwijzer enigszins verbijsterd.
'Het staat in ons aarderijkskundeboek, meneer! antwoordt Marie. 'Er staat letterlijk dat de kustbewoners leven van de toeristen!'
