Ik heb ooit een date gehad met een tweeling.
Mijn vriend vroeg me hoe ik ze uit elkaar hield.
Ik zei dat Stacy een schoonheidsvlek op haar rechterwang heeft.
En Frank heeft een baard.
Ik heb ooit een date gehad met een tweeling.
Mijn vriend vroeg me hoe ik ze uit elkaar hield.
Ik zei dat Stacy een schoonheidsvlek op haar rechterwang heeft.
En Frank heeft een baard.
Jantjes moeder vraagt of Jantje zijn goudvis al vers water heeft gegeven.
Jantje: ' Nee, dat hoefde niet, mama, want hij had nog niet alles opgedronken.'
Een oude kapitein had een papegaai en als die man met zijn papegaai naar een kroeg ging zei de papegaai alles na. Maar op een dag ging de papegaai dood. Daarom kocht de kapitein de volgende dag een nieuwe. Hij gaat weer naar de kroeg en bestelt een biertje. De papagaai zegt: "Doe mij maar een cola."
De kaptein zegt: "Wat doe jij nou?"
Even later bestelt de kaptein weer een bier en de papagaai zegt weer: "Doe mij maar een cola."
De kaptein zegt: "Als je dat nog één keer zegt hang ik je daar aan de muur."
Even later zegt de kaptein weer: "Doe mij maar een biertje", maar de papegaai zegt weer: "Doe mij maar een cola."
De kaptein pakt de papegaai en hangt hem op aan de muur. De papegaai kijkt opzij en ziet Jezus hangen en vraagt: "Heb je ook een colaatje besteld?"
Een jager leest een advertentie in de krant: 'unieke jachthond te koop.'
Hij besluit te gaan kijken. De verkoper neemt hem mee naar het hok. De jager kijkt en zegt: 'Maar dat is gewoon een Labrador.'
'Ja,' zegt de verkoper, 'maar deze hond is echt uniek. We zullen wel eens even een stukje gaan jagen.'
De verkoper haalt zijn geweer, en de twee lopen met de hond naar het meer toe. De verkoper knalt een eend uit de lucht en de eend valt in het water. De hond loopt over het water naar de eend toe, neemt hem in zijn bek, en brengt 'm, over het water lopend mee terug naar de twee mannen.
'Dat is inderdaad bijzonder,' zegt de jager, 'wat moet die hond kosten?'
'Ja,' zegt de verkoper, 'hij is natuurlijk niet goedkoop: 5000 gulden.'
'Wat?' zegt de jager, '5000 gulden voor een hond die niet kan zwemmen?'
De onderwijzer had de kinderen gevraagd insecten mee te nemen naar school, zodat hij erin de biologie wat over zou kunnen vertellen. Jantje bracht een kat mee. 'Jantje', zuchtte de meester. 'Ik vroeg insecten mee te nemen en een kat is toch geen insect.' 'Nee meester,maar die kat stikt van de vlooien en dat zijn wel insecten.'