Blauw mannetje

Twee ijsberen lopen door de woestijn. 'Tjonge, het moet hier wel ontzettend glad zijn.''Hoe zo?' 'Nou, moet je zien hoeveel zand ze hebben gestrooid.'

Roosje, een zeer knap meisje, gaat voor het eerst naar haar nieuwe school en wordt door de juffrouw aan de klas voorgesteld. 'Kinderen, dit is Roosje en ze komt bij ons in de klas'. Na haar korte betoog vraagt juffrouw: 'Waar mag Roosje naast zitten?' Waarop een zeer lelijk jongetje zegt: 'Naast mij'. De juffrouw vind het goed en Roosje gaat naast de jongen zitten. De jongen vraagt aan Roosje: 'Waarom hebben jouw ouders jouw roosje genoemd?', waarop Roosje antwoord: 'Toen ik geboren werd viel er een rozenblaadje op mijn hoofdje.' Roosje aan de jongen: 'Hoe heet jij dan?' Waarop de jongen antwoord: 'Dan heet ik koelkast.'

Jantje staat met zijn moeder in een groentewinkel. Als moeder heeft afgerekend zegt de groenteman: "Pak maar een handvol nootjes!"

Jantje kijkt naar de nootjes maar doet niks. Dan zegt de groenteman het nog een keer. Jantje doet nog steeds niets. De groenteman loopt naar de kist, pakt een handjevol nootjes en geeft ze aan Jantje.

Buiten vraagt zijn moeder: "Waarom pakte je die nootjes niet zelf?"

Jantje: "Omdat de groenteman veel grotere handen heeft dan ik!"

Erik komt vol trots op school en vertelt zijn vrienden dat zijn hond kan liegen.

'Wat een onzin!' zeggen zijn vrienden in koor.

'Echt waar! Als ik hem vraag "Wat doet de poes?" antwoordt hij "Woef, woef!"

'Dus, hij kan liegen.'

De onderwijzer vraagt:' 'Wie weet er waarom paddestoelen zo op paraplu's lijken?'

Bas weet het: ' Omdat ze altijd op vochtige plaatsen groeien, meester!.