'Hoelang waren Adam en Eva in het paradijs?' vraagt de leraar.
'Tot de herfst', zegt Jos overtuigd.
'Hoe kom je daar nu bij?'
'Omdat appels pas in de herfst rijp zijn!'
'Hoelang waren Adam en Eva in het paradijs?' vraagt de leraar.
'Tot de herfst', zegt Jos overtuigd.
'Hoe kom je daar nu bij?'
'Omdat appels pas in de herfst rijp zijn!'
Een man kwam thuis met twee grote emmers koemest voor de tuin die hij bij een boer uit de buurt gehaald had.
"Waar is dat voor?" vroeg zijn zoontje van zes.
_"Voor de aardbeien." zei de man.
Het zoontje staarde hem aan en zei toen:"Ik heb ze liever met slagroom. Mag dat ook?"
Jut zwemt in zee.
Ze wil naar Zweden zwemmen.
Dat is heel ver weg.
Jul zegt: ' Dat haal je nooit. Dat is veel te ver. Maar vooruit dan. Ik zwem wel met je mee.'
Jut zwemt maar door en door.
Jul ook.
Na een dag zwemmen zijn ze er bijna.
Ze zien al land.. Ik haal het nooit. Het is veel te ver om naar Zweden te zwemmen.'
Maar dan zegt Jut: ' Ik ben zoo moe. Ik haal het nooit. Kom Jul, ik draai me om.
Ga je mee.
We gaan terug.'
Wouter en Kris zitten tegen elkaar op te scheppen.
'Ken jij de Alpen? Die heeft mijn vader gebouwd.'
'O ja. En ken jij de Dode Zee? Die heeft mijn vader doodgeslagen.'
Een vrouw gaat met haar vier kinderen eten in een Chinees restaurant. De kinderen kunnen hun portie niet op.
Daarom vraagt de vrouw of de kelder de resten in een zakje wil doen voor de hond. Waarop het jongste kind juicht: 'Oh mama, dan krijgen we dus toch een hond!'
Een agent ziet een oen met zijn sleutel in een lantaarnpaal rommelen. Zegt de agent: ‘Er woont hier niemand dus u kunt beter naar huis gaan.’ Zegt de oen: ‘Maar er brandt boven toch licht?