Een begrafenisondernemer stapt 's avonds doodmoe zijn huis binnen. Wat een dag, wat een dag, verzucht hij tegen zijn vrouw. Acht klanten op een dag. Vier begrafenissen en drie crematies, ik ben kapot. Dat maakt bij elkaar slechts zeven, zie je dat het wel meevalt,antwoordt zijn vrouw op dezelfde geruststellende zalvende toon als waarmee haar man overdag de rouwende families op hun gemak tracht te stellen. De achtste was een geval apart, antwoordt hij, die was van Groen Links, die wilde perse op de compost hoop.
- 5 weergaves