Boer tegen zijn vrouw

Jantje staat op de brug te huilen.
Er komt een man aangelopen en vraagt: 'Waarom huil je zo Jantje?'
'Een paar jongens hebben mijn brood in het water gegooid.'
'Met opzet?'
'Nee, met kaas.'

Jantje zit op school. De meester zegt: ‘Morgen moet je de eerste drie letters van het alfabet kennen.’ De schoolbel luidt en Jantje gaat naar huis. Hij vraagt aan zijn vader die voetbal aan het kijken is: ‘Wat is de eerste letter van het alfabet?’ Zegt zijn vader: ‘Shit’, want de tegenpartij scoort net. Dan gaat hij naar zijn zus en vraagt: ‘Wat is de tweede letter van het alfabet?’ Zijn zus zegt: ’Barbieclub’, want ze is net met de Barbies aan het spelen. Dan gaat hij naar zijn broer en vraagt: ‘Wat is de derde letter van het alfabet?’ Zegt hij: ‘Olé olé olé olé’, want hij wint net met een computerspelletje. Jantje komt de volgende dag op school. De meester vraagt: ‘Wat is de eerste letter van het alfabet?’ Zegt Jantje: ‘Shit.’ Dan zegt de meester: ‘Van wie heb je die taal?’ Zegt Jantje: ‘Van de Barbieclub.’ De meester zegt: ‘En nu naar de gang.’ Antwoordt Jantje: ‘Olé, olé, olé, olé!’

Een zoon komt thuis van school en vertelt:
'Mama, ik heb goed en slecht nieuws.'
Mama: ' Begin dan maar met het slechte nieuws te vertellen.'
Waarop de zoon vertelt: ' Het slechte nieuws is dat ik het goede nieuws ben vergeten.'

De juf vraagt aan haar kinderen om een opstel van honderd woorden te schrijven over huin lievelingsdier. Floor heeft geen inspiratie en bregint toch maar te schrijven: 'Vorige week is mijn kat weggelopen en mijn ouders hebben de hele nacht geroepen: ' Poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, poes, ...

Een boer fietst in het dorp naast zijn paard. Hij wordt aangehouden door een agent.

'Zo,' zegt de agent, 'dat wordt een flinke boete! U weet toch dat uw paard niet los over de straat mag lopen!'

'Verdraaid,' zegt de boer, 'is hij weer van mijn bagagedrager gesprongen?'